TAR syndroom
Het TAR syndroom is een erfelijke aandoening van onder andere het bloed en de botten. Iemand met TAR syndroom heeft meestal een verandering in één exemplaar van een gen en mist het tweede exemplaar van hetzelfde gen.
De letters TAR zijn een afkorting van:
Trombocytopenie: dat betekent dat iemand te weinig bloedplaatjes in het bloed heeft. Als er niet genoeg bloedplaatjes zijn, stolt het bloed niet goed. Hierdoor duurt het langer voordat er een korstje op een wond komt. Iemand met een te laag aantal bloedplaatjes krijgt snel blauwe plekken of een bloedneus. Bij een operatie kan iemand sneller en langer bloeden.
Afwezige Radius: de radius is een van de 2 botten in onze onderarm. De radius (spaakbeen) is het bot aan de kant van de duim. Doordat dit bot afwezig is, is de stand van de pols en hand vaak anders.
Iemand met TAR syndroom kan ook kenmerken hebben zoals
- een kleine lengte
- allergisch zijn voor koemelk
- vaak een ontstoken maag en darmen. Dan heeft iemand meestal dunne poep en moet overgeven
- duimen die een andere vorm hebben, vingers die aan elkaar vast zitten (syndactylie) en kromme pinken (clinodactylie).
- andere botten in de armen kunnen een andere vorm hebben of missen
- een heup die niet in de kom zit. Ze kunnen ook O-benen hebben of knieschijven missen. Soms zijn de botten in het bovenbeen en onderbeen anders van vorm, of missen mensen daar botten
- een aangeboren hartafwijking
- de nieren en de blaas kunnen er anders uitzien dan normaal. Dat heet CAKUT
- geslachtsorganen die er anders uitzien
Iemand met TAR-syndroom kan ook kenmerken hebben die hier niet worden genoemd. Het verschilt tussen personen welke kenmerken iemand precies heeft en krijgt.
Heb je een vraag? erfolijnerfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.
-
Andere namen voor deze ziekte
Trombocytopenie afwezige radius syndroom Trombocytopenie - aplasie van radius-syndroom
Thrombocytopenia-absent radius syndrome
TAR syndrome -
Hoe wordt deze ziekte vastgesteld?
Een arts kan aan TAR syndroom denken als iemand een combinatie van kenmerken heeft die bij dit syndroom kunnen horen.
De afwijkingen aan de botten kunnen gezien worden bij de 13-wekenecho en/of de 20-wekenecho.
Door DNA-onderzoek te doen kan vastgesteld worden dat het om TAR syndroom gaat.
-
Is er behandeling voor deze ziekte?
TAR syndroom kan niet genezen.
Er zijn wel behandelingen voor bepaalde kenmerken die iemand kan hebben. Meestal komt iemand voor controles en behandelingen bij verschillende specialisten.
Om ervoor te zorgen dat iemand de armen zo goed mogelijk kan gebruiken, kunnen bijvoorbeeld operaties nodig zijn. Ook fysiotherapie kan helpen. Soms krijgt iemand extra bloedplaatjes met een bloedtransfusie. De allergie voor koemelkeiwit wordt behandeld met een dieet. Ook voor de andere problemen met de gezondheid die iemand kan krijgen, is het belangrijk dat mensen met TAR syndroom zich laten controleren. -
Hoe vaak komt het voor?
Ongeveer 1 van de 100.000 tot 200.000 pasgeboren kinderen heeft TAR syndroom.
Het komt vaker voor bij mensen met (voor)ouders uit Afrika. -
Wat is de oorzaak van deze ziekte?
De oorzaak van TAR syndoom is een afwijking in het RBM8A-gen. Dit gen ligt op chromosoom 1, op de lange (q) arm op plek 21.1 (1q21.1).
Ieder mens heeft twee kopieën van chromosoom 1: één kopie geërfd van je vader en één kopie van je moeder.
Bij de meeste mensen met TAR syndroom mist in één kopie van chromosoom 1 het RBM8A-gen. En zit er een verandering in de andere kopie van het RBM8A-gen die hij of zij van de andere ouder geërfd heeft.Hoe de afwijkingen van het RBM8A-gen precies zorgen voor alle kenmerken van TAR syndroom, weten we (nog) niet.
-
Is deze ziekte erfelijk?
Ja, TAR syndroom is erfelijk.
Om TAR syndroom te krijgen moeten allebei de versies van het gen op zo’n manier anders zijn, dat ze samen de oorzaak zijn. Dat heet autosomaal recessief erfelijk.
Iemand met maar 1 andere versie van het gen heeft geen TAR syndroom.
Iemand met TAR syndroom mist meestal 1 versie van het RBM8A-gen doordat er een stuk van chromosoom 1 weg is ( deletie) en heeft een afwijking in de andere versie van hetzelfde gen.
Een deletie kan nieuw ontstaan zijn. Dan kan het zijn dat één ouder de deletie helemaal niet had, of dat de afwijking alleen in de eicel of zaadcel van die ouder zat.
-
Kinderwens
Hebben jullie kans op (nog) een kind met TAR syndroom en willen jullie een kind? Dan heb je misschien verschillende keuzes. Je kunt erover praten met je arts. Die kan je verwijzen naar een erfelijkheidsarts (klinisch geneticus). Het gesprek over de verschillende keuzes kun je voorbereiden.
Of embryoselectie (PGT) in jullie geval mogelijk is, kun je met je arts bespreken.
Heb je TAR-syndroom en wil je een kind? Dan is het advies van artsen om dit met je dokter te bespreken. Die kan jullie informatie op maat geven.
-
Meer info voor patiënten
- TAR syndroomInformatieblad geschreven door erfelijkheidsartsen
- KinderneurologieInformatie geschreven door een kinderneuroloog
- Audioportret: Mensen gaan vaak uit van wat ik allemaal niet kanInterview met Glenn, hij is geboren met TAR syndroom
- 'Door mijn handicap help ik nu anderen'Marjolein heeft TAR syndroom. Ze heeft een eigen bedrijf
- Karate zonder armen en benenDave is geboren met TAR syndroom en doet al jarenlang aan karate
- Filmpje: Je zal het maar hebben: Glenn en KirstenGlenn heeft TAR-syndroom. Kirsten was verslaafd aan alcohol (april 2017)
- Filmpje: Je zal het maar hebben: Dave en LucasDave heeft TAR syndroom. Lucas Usher syndroom (februari 2021)
- Filmpje: Cooper heeft TAR syndroom en arthrogryposisEngels gesproken, Engels en Portugees ondertiteld
- National Organization for Rare Disorders (NORD)Informatie in het Engels
- MedlinePlus GeneticsInformatie in het Engels
- Genetic and Rare Diseases Information Center (GARD)Informatie in het Engels met een overzicht van hoe vaak bepaalde kenmerken voorkomen
-
Meer info voor artsen
- TAR syndroomInformatieblad geschreven door erfelijkheidsartsen
- OMIM
- GeneReviews
- Orphanet
-
Expertisecentra
-
- Expertisecentrum voor Aangeboren Hand en Arm Afwijkingen
- Afdeling Plastische, Reconstructieve en Handchirurgie
- Dr. Molewaterplein 40
- 3015 GD ROTTERDAM
- +31 (0)10 703 6393
- cranio@erasmusmc.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- UMC Utrecht Expertisecentrum voor Skeletmalformaties & Mobility Clinic
- Polikliniek Kinderorthopedie
- Heidelberglaan 100
- 3584 CX UTRECHT
- +31 (0)88 756 7470
- kinderORSK@umcutrecht.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- Amsterdam UMC Expertisecentrum voor Zeldzame Bloedstollingsstoornissen en Rode Bloedcel Afwijkingen
- Amsterdam UMC
- Meibergdreef 9
- 1105 AZ AMSTERDAM
- +31 (0)20 566 9111
- ecza@amsterdamumc.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- Hemofiliebehandelcentrum
- Afdeling Hematologie
- Dr. Molewaterplein 40
- 3015 GD ROTTERDAM
- +31 (0)10 703 3123
- secretariaat.hematologie@erasmusmc.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- Van Creveldkliniek - UMC Utrecht Expertisecentrum voor Benigne Hematologie, Trombose en Hemostase
- Van Creveldkliniek
- Heidelberglaan 100
- 3584 CX UTRECHT
- +31 (0)88 755 8450
- vck-secretariaat@umcutrecht.nl
- Orpha.net Expertlink
-
- UMCG Expertisecentrum voor Benigne Hematologie
- Afdeling Hematologie
- Hanzeplein 1
- 9713 GZ GRONINGEN
- +31 (0)50 361 2917
- Orpha.net Expertlink
-
- Radboudumc Expertisecentrum voor Hemofilie en Zeldzame Stollingsstoornissen
- Afdeling Hematologie
- Geert Grooteplein-Zuid 10
- 6525 GA NIJMEGEN
- +31 (0)24 361 8823
- secretriaatpatientenzorg.hemat@radboudumc.nl
- Orpha.net Expertlink
-
-
Updatedatum
3 september 2024