Overslaan en naar de inhoud gaan

Dit soort onderwerpen wordt in alle openheid besproken

De oudste broer van Pieter kreeg prostaatkanker toen hij nog maar 32 jaar was. Hij is langdurig behandeld maar uiteindelijk helaas overleden. Pieter: ‘Toen dachten we nog: dit kan een keer gebeuren.’

Klachten voor zijn 40ste

Maar een andere broer van Pieter kreeg ook klachten, nog voor zijn 40e. Hij is ook aan prostaatkanker overleden.’ Pieter en jongste broer vroegen zich af of ze zelf misschien ook een risico hadden. Hun oom had ook kanker gehad. Pieter: ‘Er werd toen niet zo over gepraat, maar de manier waarop het verliep, deed ons vermoeden dat het bij hem ook om prostaatkanker ging.’

Bloed controleren

Pieter sprak met een uroloog en een klinisch geneticus. Met DNA-onderzoek is geen genetische oorzaak aan te tonen, maar er wordt niet aan getwijfeld dat het erfelijk is. Het advies aan mijn broer en mij was: ‘Houd in de gaten of je klachten krijgt, en laat geregeld je bloed (PSA) controleren.’
Pieters broer vroeg zich af of het niet goed is om jaarlijks een punctie te laten doen. Want hoe eerder je er bij bent, hoe groter de kans op genezing. Ze hadden tenslotte gezien hoe het de broers vergaan was. ‘Maar je moet niet zomaar gaan puncties gaan doen’, zegt Pieter, ‘nergens voor nodig.’

Preventief onderzoek als kans

Pieter heeft een zoon en zijn broer heeft drie zonen. ‘Ik heb aan de klinisch geneticus gevraagd hoe we onze kinderen konden informeren. De geneticus heeft vervolgens een brief opgesteld. Daarin schrijft hij dat het in onze familie nuttig is dat een zoon van iemand met prostaatkanker vanaf 10 jaar voor de leeftijd waarop de vader prostaatkanker kreeg, met controles begint.’
Pieter heeft de brief van de geneticus binnen de familie doorgestuurd. ‘Mijn familie is hecht. Dit soort onderwerpen wordt in alle openheid besproken. Ze staan er allemaal pragmatisch in en zien preventief onderzoek als een kans. Door die kans te grijpen zijn begrijpelijke emoties als angst, ontkenning, verwijten, schuldgevoel te omzeilen. Gelukkig is er tot nu toe bij niemand aanleiding voor aanvullend onderzoek geweest.’

Pieter zou iedere familie aanraden om bij aarzeling over de erfelijkheid van kanker dit altijd met de huisarts te bespreken. Hij of zij zal verwijzen naar een klinisch geneticus als daar aanleiding voor is.

In dit interview staan persoonlijke ervaringen van mensen. Hiermee geven wij je geen advies, maar het interview geeft (achtergrond) informatie over de keuzes die mensen kunnen maken over erfelijke aandoeningen en DNA-testen.