Overslaan en naar de inhoud gaan

Zo kom je aan je bloedgroep

Vraag jij je ook weleens af hoe je aan je bloedgroep komt? En hoe kan het dat je misschien een andere bloedgroep hebt dan je ouders? 

Het zit zo

Iedereen heeft één van de volgende bloedgroepen: A, B, 0 of AB. Dat zijn de bekendste en belangrijkste bloedgroepen.

Voor die bloedgroepen zijn er 3 soorten kopieën van een gen: A, B of O. 
Van die 3 heeft ieder mens er 2. Eentje krijg je van je vader en eentje van je moeder.
De kopieën die je van je vader en moeder krijgt, bepalen samen welke bloedgroep je krijgt. Maar ook welke bloedgroep je kind kan krijgen.
 

  • Iemand met bloedgroep A heeft AA of AO.
  • Iemand met bloedgroep B heeft BB of BO.
  • Iemand met bloedgroep O heeft OO.
  • Iemand met bloedgroep AB heeft AB. Hij of zij geeft een kopie A of een kopie B door aan zijn of haar kind (zoals de moeder in onze vraagstelling).
     

Wil je meer weten over hoe bloedgroepen erfelijk zijn? Kijk dan bij ‘erfelijkheid van bloedgroepen’.
Of welke bloedgroepen die je kind kan krijgen

Als mens heb je dus bloedgroep A, B, 0 of AB. Maar je hebt zelf ook nog een ander soort erfelijke bloedgroep: de rhesusfactor.

Overigens kun je NIET door naar bloedgroepen te kijken zeker weten of je verwanten bent. Dat kan echt alleen met een verwantschapstest.