Overslaan en naar de inhoud gaan

Naar de klinisch geneticus

Voor een afspraak bij een afdeling klinische genetica heb je een verwijzing nodig van een (huis)arts of verloskundige. Wanneer ga je naar een erfelijkheidsarts (klinisch geneticus) die bij zo’n afdeling werkt en wat kun je daar verwachten?

Als je vragen hebt over een ziekte in je familie, ga je meestal eerst naar de huisarts. Vaak kan de arts je vertellen of jijzelf of jouw kinderen die ziekte ook kunnen krijgen. Als jij (of je kind) bij de huisarts komt met klachten die misschien met een erfelijke ziekte te maken hebben, kan de arts je verwijzen naar een afdeling klinische genetica. Sommige ziekenhuizen hebben een speciale afdeling klinische genetica voor kinderen.

Ook een specialist in het ziekenhuis kan je verwijzen naar een erfelijkheidsarts. Of je verloskundige, als er een kans is dat je ongeboren kind een erfelijke ziekte heeft.

Wat staat je te wachten bij de klinisch geneticus?

Op de afdeling klinische genetica krijg je voorlichting en advies over de (eventuele) erfelijke ziekte. En je krijgt begeleiding. 
De eerste afspraak (intake) bij de polikliniek klinische genetica is met een klinisch geneticus, genetisch consulent of een andere medewerker van deze afdeling. Je kunt aan hem of haar al je vragen stellen. Vaak maakt hij of zij samen met jou een stamboom van de familie. Daarop is te zien wie in jouw familie een bepaalde ziekte (of bepaalde klachten van de gezondheid) heeft. Soms krijg je van tevoren formulieren waarop je deze gegevens vast kunt invullen. Dit helpt bij het maken van de stamboom van je familie.

Medische gegevens familielid

Soms heeft de klinisch geneticus medische gegevens nodig van familieleden. Dan krijg je formulieren waarmee je aan familieleden toestemming kunt vragen. De klinisch geneticus vraagt alleen informatie op die voor jouw erfelijkheidsonderzoek van belang is.

Erfelijkheidsonderzoek

Bij een erfelijke aandoening heeft iemand soms bepaalde kenmerken. Daarom doet de klinisch geneticus soms eerst lichamelijk onderzoek, door iets op te meten of door foto's te maken.
Soms verwijst de arts je voor verder onderzoek naar een andere specialist. Voor een aantal erfelijke ziektes bestaan speciale poliklinieken, waar een klinisch geneticus samen met andere specialisten spreekuur houdt.

De klinisch geneticus bespreekt ook met jou of het zin heeft om DNA-onderzoek te doen, en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. Je besluit altijd zelf of je dit laat doen. Als het niet om jezelf maar om je kind(eren) gaat, kunnen de voor- en nadelen anders zijn.

Ben je zwanger en is er een kans dat je kind een erfelijke aandoening heeft? Dan kan er misschien prenataal onderzoek gedaan worden.

DNA-onderzoek familie

Komt er in je familie misschien een erfelijke ziekte voor, maar heb jij geen klachten? Of is het nog niet zeker of er een bepaalde erfelijke aanleg in de familie is? Dan stelt de klinisch geneticus vaak voor om eerst onderzoek te laten doen bij het familielid die de klachten of ziekte heeft. Dit kun je bespreken met je familielid.

Als er bij hem of haar onderzoek is gedaan, wordt soms duidelijk welke fout in een gen (mutatie) de ziekte veroorzaakt. Dan is ook duidelijk of jij en andere familieleden de aanleg geërfd kunnen hebben. Als jij en andere familieleden de aanleg kunnen hebben, is dat iets wat jouw hele familie raakt. Misschien denkt niet iedereen hetzelfde over het laten doen van DNA-onderzoek.

Heb je hulp nodig om dit in jouw familie te bespreken? Praat erover met iemand van de afdeling klinische genetica. Of kijk bij ‘Hoe vertel ik mijn familie over de erfelijke ziekte’.

DNA-onderzoek bij jou of je kind

Als er een medische reden is om DNA-onderzoek te doen, wordt dat meestal vergoed door de zorgverzekeraar. Vraag het voor de zekerheid na. Bij volwassenen gaat het gaat wel ten koste van je eigen risico als je dat nog niet hebt gebruikt.

Bij sommige natura- en budgetpolissen kan het zijn dat je (een deel van) de kosten zelf moet betalen. Of dat je alleen in een bepaald ziekenhuis de zorg vergoed krijgt.

Het kan enkele weken tot maanden duren voordat er een uitslag is. Soms gaat het sneller. Je spreekt met de klinisch geneticus af wanneer en hoe je de uitslag krijgt.
Het onderzoek wordt gedaan door het laboratorium dat bij de afdeling klinische genetica hoort.

Waar kun je terecht?

Alle academische ziekenhuizen en het NKI-AVL hebben een afdeling (polikliniek) klinische genetica. Waar deze afdelingen zitten, wie je er nog meer tegen kunt komen en hoe lang de wachttijden zijn, kun je hier vinden.

Als je zwanger bent, gelden de wachttijden niet. Dan kun je eerder bij de klinisch geneticus terecht en is de uitslag ook sneller bekend.

Lees ook over de ervaringen van Leoni en Jos.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Naam%3A%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A) (Mail) ons.

Meer weten?

Klinisch geneticus Liesbeth Spruijt (Radboudumc) legt uit wat je kunt verwachten van een geneticus en hoe erfelijkheidsonderzoek in zijn werk gaat.

 

Update-datum: 4 december 2025