Overslaan en naar de inhoud gaan

Ook donorkinderen hebben het recht om te weten wie hun biologische vader is

‘Mijn ouders waren al heel lang bij elkaar toen ik kwam. Later werd mijn zus geboren. Om eens te kijken waar onze ethische achtergrond lag, deden mijn zus en ik een commerciële DNA test 3 jaar geleden. De uitslag was verrassend: wij hadden niet dezelfde vader en bleken een donorvader te hebben. Onze ouders hebben ons dat nooit verteld. Ik neem ze dat niet kwalijk. Dat was zo in die tijd. Ze hebben mij heel graag gewild.’ 

Biologische vader

Door de DNA zelftest vond Anna’s zus enkele mensen met wie ze erg verwant was. Het ging om halfbroers en halfzussen. Ze zocht contact met hen en ze heeft haar biologische vader gevonden. Anna vond met de test geen mensen met wie ze erg verwant is. Anna en haar zus bleken niet dezelfde biologische vader hebben. 

Om toch haar biologische vader te vinden, heeft Anna samen met een donordetective onderzoek gedaan. Die heeft op basis van de DNA profielen en matches stambomen gebouwd. Ze keken daarbij naar mensen met wie Anna een heel klein beetje verwant was. Toen vonden ze een ver familielid. Ze gingen dit verder onderzoeken en er bleef uiteindelijk iemand over die mogelijk haar biologische vader kon zijn of dicht verwant aan haar biologische vader was. Dat was een zoon van haar donorvader. 

Anna vertelt: ‘Ik heb mijn halfbroer ontmoet. Ik zie overeenkomsten met mijzelf. Dat is heel bijzonder. Het is fijn dat je informatie hebt over je biologische vader. Dat je weet waar je vandaan komt. En dat je van sommige eigenschappen weet dat je die van je vader hebt.’
 

Gevolgen

Veel donorkinderen weten niet dat ze donorkind zijn. Want in de tijd dat Anna en haar zus geboren werden, werd er nog anoniem zaad gedoneerd. ‘Het kan best zijn dat ik veel halfbroers en halfzussen heb. Want mijn biologische vader heeft vaker zaad gedoneerd bij de zaaddonorkliniek. De echtparen met een kinderwens kwamen uit heel Nederland. Stel nou dat ik in mijn leven destijds een man had ontmoet die ik leuk had gevonden en zelfs kinderen had gekregen. Dat zou best een halfbroer kunnen zijn. In theorie had ik iets met mijn halfbroer kunnen krijgen.’ De dokters hebben volgens Anna wel geweten dat dit een gevolg kan zijn als een zaaddonor veel kinderen verwekt. Maar ze vonden het toen belangrijker dat je als man en vrouw kinderen kreeg. Anna wil dat mensen zich ervan bewust zijn dat ze misschien familie van elkaar kunnen zijn, zonder dat ze dat weten. 

Recht

Anna vertelt dat mensen die geadopteerd zijn het advies krijgen om hun DNA gegevens in databases te zetten. Zodat ze erachter kunnen komen wie hun biologische ouders zijn. ‘Maar als je donorkind bent, dan hoor je vaak dat je niet moet graven in je verleden. Dat vind ik niet eerlijk. Ook donorkinderen hebben het recht om te weten wie hun biologische vader is.’

In dit interview staan persoonlijke ervaringen van mensen. Hiermee geven wij je geen advies, maar het interview geeft (achtergrond) informatie over de keuzes die mensen kunnen maken over erfelijke aandoeningen en DNA-testen.