Overslaan en naar de inhoud gaan

DYRK1A syndroom

Kinderen met het DYRK1A syndroom hebben een achterstand in de ontwikkeling. De oorzaak is een afwijking in een gen. Welke klachten iemand heeft en hoe erg die zijn, verschilt per persoon.

Bij de geboorte hebben kinderen vaak een kleiner hoofd. Ook liggen de ogen meestal diep in het hoofd. Bij veel kinderen is de punt van hun neus breed. Meestal hebben ze een bredere kin die wat meer naar achteren staat.

Een kind met DYRK1A syndroom kan moeite hebben met eten. Het duurt langer voordat hij of zij kan zitten en lopen. Soms hebben kinderen problemen met bewegen, omdat hun spieren stijver zijn. Ook kunnen ze een kromme rug (scoliose) krijgen.

De meeste kinderen hebben moeite om te leren praten. Ze begrijpen vaak meer dan ze met woorden duidelijk kunnen maken. Mensen met DYRK1A hebben meestal matige tot ernstige problemen met leren. Als ze ouder worden hebben ze een milde tot ernstige verstandelijke beperking. Sommige kinderen hebben epilepsie en/of autisme spectrum stoornis. Ook kunnen ze sneller bang zijn.

Sommige kenmerken van DYRK1A syndroom komen ook voor bij kinderen met het 21q22.13 microdeletie syndroom.

Heb je een vraag? erfolijnaterfocentrum.nl (subject: Vraag, body: Mail%20ons%20uw%20vraag%3B%20binnen%205%20werkdagen%20ontvangt%20u%20een%20antwoord.%20%0A%0AMijn%20vraag%20is%3A%20%0A) (Mail) ons.

ALLES SLUITEN